AugustanaHof, een verkleuring
De Augustanakerk (1957) betekende voor architect Ferdinand Jantzen een stijlbreuk met zijn vooroorlogse kerkgebouwen: een “moderne” kerk met een transparante entreehal, bedoeld als ontmoetingsruimte voor de gemeenschap. Een driedelig ensemble: de hoge kerkzaal, de zondagsschool en de kosterswoningen.
De Augustanakerk was toe aan een herbestemming, de Lutheranen besloten er een verkleuring van te maken. De Lutherse Diaconie, een toegelaten instelling, is vanaf 1588 actief in Amsterdam en beheert meerdere woongemeenschappen. Wonen op deze manier, waar je je eigen plek hebt en ook veel ruimte en activiteiten deelt, met medebewoners én met de buurt, waar je omziet naar elkaar, blijkt in onze huidige maatschappij misschien wel relevanter dan ooit.
Het bouwen aan het collectief toekomstige bewoners ging gelijk op met het ontwerpen en bouwen van de fysieke ruimte. De jongste bewoner is 24, de oudste 94. De buurtactiviteiten blijven en worden uitgebreid, evenals een plek voor bezinning, zowel binnen als buiten.
De heldere no-nonsense organisatie van het gebouw is leidend geweest voor de transformatie. De structuur bepaalde de woningtypologie, de overmaat in hallen en gangen gaven ruimte aan collectiviteit. Waar mogelijk zijn de liefdevolle details bewaard en ingrediënten hergebruikt. Aanvullingen (voor buitenruimte, voor meer daglicht) zijn bescheiden en doelmatig ingezet, geheel in de geest van het frisse optimisme van het oorspronkelijke gebouw.